- De Nederlandse staat bouwt het belang in ABN AMRO verder af tot 40 procent.
- Afgelopen september zakte het belang al onder de 50 procent, waarmee de staat de meerderheidscontrole over de grootbank opzegde.
- Al sinds de beursgang van ABN AMRO in 2015 heeft de overheid de intentie om zich als aandeelhouder geleidelijk terug te trekken.
- Lees ook: Verzekeraar ASR zet Knab, de jonge bank voor zzp’ers, in de etalage – verkoop nog niet rond
De Nederlandse staat gaat zijn belang in ABN AMRO verder afbouwen. Het belang in de bank zal daardoor worden teruggebracht van 49,5 procent tot circa 40 procent. Dat meldt NLFI, de stichting die namens de Staat de overheidsbelangen in financiële instellingen beheert.
De verkoop zal plaatsvinden via een vooraf overeengekomen handelsplan dat zal worden uitgevoerd door BofA Securities Europe. Het plan treedt de komende dagen in werking en zal eindigen wanneer het maximale aantal certificaten is verkocht.
Afbouw belang van de staat in ABN AMRO
De Nederlandse staat had na de beursgang van ABN AMRO op 20 november 2015 al aangekondigd het belang in de bank geleidelijk te willen afbouwen. ABN AMRO werd tijdens de kredietcrisis van 2008 genationaliseerd om de bank van de ondergang te redden.
Het Belgisch-Nederlandse Fortis was destijds in grote moeilijkheden geraakt, mede door de te dure overname van de Nederlandse tak van ABN AMRO. De crisis verergerde die problemen, waardoor de beurskoers plots hard onderuitging.
Het toenmalige kabinet met Wouter Bos als minister van Financiën betaalde tientallen miljarden om de Nederlandse delen van het financiële concern te redden. De verzekeringsactiviteiten werden al tussen 2016 en 2017 onder de naam ASR volledig naar de beurs gebracht.
Het aandelenbelang van de Staat in ABN AMRO is afgelopen september onder de 50 procent gezakt, meldde minister Sigrid Kaag van Financiën aan de Tweede Kamer. Zij kondigde in februari al aan dat het resterende belang van toen iets meer dan 56 procent geleidelijk zou worden afgebouwd tot net onder de 50 procent.